Uitspraak in het Plat: /zɔːl/

🔊︎

zelfstandig naamwoord

Pluralis: Saals m de Saal

[1]

kaart tonen

geavanceerde woordenschat

actief

architectuur

kaart voor onderbetekenis [1] van „Saal”

bekend

onbekend

bekend in de dialectgroep

onbekend in de dialectgroep

onbepaald

🛈 Over de kaarten

Groningen: Helmer Molema: Wörterbuch der Groningenschen Mundart im neunzehnten Jahrhundert. Diedrich Soltau’s Verlag, Norden 1888, pagina 488 PDF, 21,8 MB

Oldenburg: Artur vor Mohr: Vocalstand des oldenburgischen Niederdeutsch. Soltau, Norden 1904, pagina 33 PDF, 1,6 MB

Bielefeld: Olaf Bordasch: Wörterverzeichnis zu Heinrich Stoltes Bauernhof und Mundart in Ravensberg. pagina 53 PDF, 1,8 MB

Waldeck: Karl Bauer: Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben. 1902, Einleitung, pagina 42 PDF, 25,4 MB

								Sleeswijker jüm-gebied:
								En Mundvull Snack. Runn Plattdüütsch plegen, Uthlande-Verlag, Noordstrand 2006, ISBN 978-3-9810833-0-9, pagina 59
							

Sleeswijk: Johann Rhode Friedrich Augustiny: Achtern Åben oder Plattdütsches Vålksbok för Kinner un ole Lüd, tohopståkt un ut egen Fabrik. Herzbruch, Flensburg 1857, pagina 69 PDF, 3,7 MB

								Rotenburg:
								Heinz Lemmermann: Bookwetenpannkoken. Schünemann, Bremen 1985, ISBN 3-7961-1720-1, pagina 55
							

								Stader Geest:
								Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
							

								Zuidwest-Ostfalen:
								Albert Hansen: Holzland-ostfälisches Wörterbuch. Ummendorf 1964, pagina 166
							

								Belzig-Teltow:
								Willy Lademann: Wörterbuch der Teltower Volkssprache. Akademie-Verlag, Berlin 1956, pagina 15
							

								Voor-Pommeren:
								Otto Vogel: Pommernspegel. Scharff, Greifswald 1873, pagina 67
							

								Noord-Barnim:
								Ludolf Parisius: Mittelmärkisches Plattdeutsch. Affpàrtije Luunsche Wöre. videel, Niebüll 2000, ISBN 3-935111-19-3, pagina 135
							

								Midden-Küstenpommersch:
								Robert Laude: Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets. Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 17
							

Nedersaksisch:

groten Ruum in en Gebüüd

to’n Bispeel de zentrale Steed in en Gasthuus to ’t Dansen

Nederlands:

zaal

Engels:

hall

Duits:

Saal

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

Samengesteld woorden:

Danssaal Eetsaal Gerichtssaal Höörsaal Leessaal Trummelsaal

Rijmwoorden

Identieke woorden ››› Saal ❔︎ Saal ❔︎

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.

Saal in het Nedersaksisch

Samengesteld woorden: