Uitspraak in het Plat: /ɔpspɛːln̩/
werkwoord
Afbreking: op·spe·len
[1]
geavanceerde woordenschat
actief
muziek
Nedersaksisch:
mit Musik optreden
Nederlands:
muziek spelen
Engels:
play dance music
play
in a lively manner
Duits:
aufspielen
Voorbeelden:
Bi’n Ball hebbt de Muuskanten düchtig opspeelt.
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd
DuPont Surfaces, CC BY 2.0
[2]
geavanceerde woordenschat
actief
sik ~
Nedersaksisch:
sien egen Rull bi wat vergröttern
Nederlands:
opwerpen
pontificeren
Engels:
show off
Duits:
sich aufspielen
Voorbeelden:
Nu speel di man nich so op!

Werkwoordvormen:

infinitief:
op­spe­len
voltooid deelwoord:
op­speelt
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik speel op
du speelst op
he/se/dat speelt op
wi speelt op
ji speelt op
se speelt op
verleden:
ik speel op
du speelst op
he/se/dat speel op
wi spe­len op
ji spe­len op
se spe­len op
voltooid:
ik heff op­speelt
du hest op­speelt
he/se/dat hett op­speelt
wi hebbt op­speelt
ji hebbt op­speelt
se hebbt op­speelt
conjunctief:
ik speel op
du speelst op
he/se/dat speel op
wi spe­len op
ji spe­len op
se spe­len op
imperatief:
speel op!
speelt op!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: op + spelen
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.