Uitspraak in het Plat: /viːɾɔu̯k/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wieh·rook
Niet gebruikt het pluralis m de Wieh­rook
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Mengels ut aromaatsch Rökerstoff
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
In de Luft leeg de Röök von Wiehrook.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wiehn + Rook