zelfstandig naamwoord
Afbreking: Af·tog
Niet gebruikt het pluralis m de Af­tog
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Anlaag to’n Aftehnlaten
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + Tog