Uitspraak in het Plat: /zakkɔː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sack·koor
Pluralis: Sack­ko­ren f de Sack­koor
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Sack + Koor