Uitspraak in het Plat: /ɡɔu̯ənsdaç/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Go·ens·dag
Pluralis: Go­ens­daag m de Go­ens­dag
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Dag