Uitspraak in het Plat: /tɔplastɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: topp·las·tig
topplastiger topplastigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
mit en to hogen Swoorpunkt
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dat Schipp is topplastig un krängt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Topp + lastig