Uitspraak in het Plat: /kɾɪnɡəlstɛː͡ɐt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Krin·gel·steert
Pluralis: Krin­gel­steer­ten m de Krin­gel­steert
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Kiek di an, wo dat Farken sien Kringelsteert tohöögd höllt!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kringel + Steert