Uitspraak in het Plat: /afɡɾiːpm̩/
werkwoord
Afbreking: af·grie·pen
[1]
kaart kaart tonen
perifere woordenschat
actief
Nedersaksisch:
dör jümmer wedder anfaten afbruken
Engels:
wear down
by touching
Duits:
abgreifen

Werkwoordvormen:

infinitief:
af­grie­pen
voltooid deelwoord:
af­gre­pen
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik griep af
du gripp­st af
he/se/dat gripp­t af
wi griept af
ji griept af
se griept af
verleden:
ik greep af
du greepst af
he/se/dat greep af
wi gre­pen af
ji gre­pen af
se gre­pen af
voltooid:
ik heff af­gre­pen
du hest af­gre­pen
he/se/dat hett af­gre­pen
wi hebbt af­gre­pen
ji hebbt af­gre­pen
se hebbt af­gre­pen
conjunctief:
ik greep af
du greepst af
he/se/dat greep af
wi gre­pen af
ji gre­pen af
se gre­pen af
imperatief:
griep af!
griept af!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + griepen

Samengesteld woorden:

afgrepen
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.