zelfstandig naamwoord
Afbreking: Af·snitt
Pluralis: Af­sneed m de Af­snitt
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Text is in Afsneed indeelt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + Snitt