Uitspraak in het Plat: /mɪnʃhaɪ̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Minsch·heit
Niet gebruikt het pluralis f de Min­sch­heit
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Minsch + -heit