Uitspraak in het Plat: /fɔlkslɛɪ̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Volks·leed
Pluralis: Volks­le­der n dat Volks­leed
[1]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Op de Fohrt hebbt wi Volksleder sungen.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Volk + Leed