Uitspraak in het Plat: /buːtn̩mɪnɪstəɾɪʊm/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bu·ten·mi·nis·te·ri·um
Pluralis: Bu­ten­mi­nis­te­ri­en n dat Bu­ten­mi­nis­te­ri­um
[1]
perifere woordenschat
Voorbeelden:
Üm de Böschoppen kümmert sik dat Butenministerium.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: buten + Ministerium