Uitspraak in het Plat: /nɔːvɔːl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Na·wahl
Pluralis: Na­wah­len f de Na­wahl
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Wahl, in de bloots in een Wahlkreis en Mandaat nee besett warrt
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: na + Wahl