Uitspraak in het Plat: /ɔːvənthaftɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: a·vend·haf·tig
avendhaftiger avendhaftigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Avend + -haftig