Uitspraak in het Plat: /bɔstknɔːkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bost·kna·ken
Pluralis: Bost­kna­kens m de Bost­kna­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
He hett mi önnig een vör’n Bostknaken geven.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bost + Knaken