Uitspraak in het Plat: /ɡɾɪmɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: grim·mig
grimmiger grimmigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Nu kiek doch nich so grimmig!

Etymologie:

Woord afgeleid van: -ig