Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
böös
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/bøˑy̯z/
bijvoegelijk naamwoord
böser
bööst
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „böös”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Bielefeld:
Olaf Bordasch:
Wörterverzeichnis zu Heinrich Stoltes Bauernhof und Mundart in Ravensberg.
pagina 12
PDF, 1,8 MB
Waldeck:
Karl Bauer:
Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben.
1902, Einleitung, pagina 64
PDF, 25,4 MB
Hamburg:
Otto Furcht:
Wörterbuch der Sprache des Alten Landes bei Stade.
Stalling, Oldenburg 1936, pagina 5
Oost-Mecklenburg:
Carl Friedrich Müller:
Reuter-Lexikon.
Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 18
PDF, 5,1 MB
Midden-Küstenpommersch:
Robert Laude:
Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets.
Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 63
Nedersaksisch:
vergrellt
,
argerlich
Nederlands:
boos
kwaad
Engels:
angry
Duits:
böse
ärgerlich
wütend
zornig
erzürnt
Voorbeelden:
Nu
wees
doch
nich
böös
!
Sowat
kann
doch
maal
passeren
.
[2]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
dull
,
intensiv
Duits:
intensiv
groß
gewaltig
Voorbeelden:
He
möök
en
böös
Spitakel
.
Ik
heff
em
böös
op
Sicht
.
[3]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
slecht
Duits:
schlecht
Voorbeelden:
Du
sühst
ja
böös
ut
!
Wat
is
di
denn
malöört
?
[4]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
nich
oordig
Nederlands:
stout
Engels:
naughty
bad
Duits:
böse
unartig
Voorbeelden:
Büst
du
dit
Johr
leef
ween
oder
weerst
du
en
bösen
Jung
?
Samengesteld woorden:
Bööskrööt
Rijmwoorden
Identieke woorden ›››
Boos
❔︎
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.