Uitspraak in het Plat: /ʃɛɪ̯dəl/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sche·del
Pluralis: Sche­dels m de Sche­del Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Sche­dels f de Sche­del Westfaals
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Mien Schedel warrt ok jümmer breder