Uitspraak in het Plat: /bɪmzstɛɪ̯n/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bims·steen
Pluralis: Bims­steen m de Bims­steen
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: bimsen + Steen