Uitspraak in het Plat: /ʃʊthʏmpəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schutt·hüm·pel
Pluralis: Schutt­hüm­pels m de Schutt­hüm­pel
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Schutt + Hümpel