Uitspraak in het Plat: /ɪnt͡sɪdɛnt͡s/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: In·zi·denz
Pluralis: In­zi­den­zen f de In­zi­denz
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden: