Uitspraak in het Plat: /ɛlffɛː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Elf·fähr
Pluralis: Elf­fä­hren f de Elf­fähr
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Elv + Fähr