zelfstandig naamwoord
Afbreking: Au·to·ra·di·o
Pluralis: Au­to­ra­di­os n dat Au­to­ra­di­o
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Auto + Radio