Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Autofohrer
in het Nedersaksisch
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Au·to·foh·rer
Pluralis:
Autofohrers
m
de Autofohrer
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
auto
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Autofohrer”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Stader Geest:
Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
Nedersaksisch:
Person
,
de
mit
en
Auto
ünnerwegens
is
Nederlands:
autorijder
automobilist
Engels:
driver
of
a
car
car
driver
motorist
Duits:
Autofahrer
Kraftfahrer
DWS MontagZen, CC BY-SA 4.0
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Auto
+
Fohrer
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.