Uitspraak in het Plat: /taʃn̩bɔu̯k/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ta·schen·book
Pluralis: Ta­schen­bö­ker n dat Ta­schen­book West-groep, Noord-Nedersaksisch, Westfaals, Märkisch, Pruisisch
Pluralis: Ta­schen­bo­ken n dat Ta­schen­book
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Roman is as Taschenbook rutkamen.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Tasch + Book