Uitspraak in het Plat: /ɔːntn̩jaxt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Aan·ten·jacht
Pluralis: Aan­ten­jach­ten f de Aan­ten­jacht
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Aant + Jacht