Uitspraak in het Plat: /hɔxtiːt͡spɔː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hoch·tiets·poor
Pluralis: Hoch­tiets­poor n dat Hoch­tiets­poor
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
bridal couple Meer tonen
Duits:
Hochzeitspaar Meer tonen
Voorbeelden:
Dat Hochtietspoor is mit de Kutsch na de Kark föhrt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hochtiet + Poor