Uitspraak in het Plat: /biːbəløːvəɾzɛtn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bi·bel·ö·ver·set·ten
Pluralis: Bi­bel­ö­ver­set­tens f de Bi­bel­ö­ver­set­ten
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bibel + Översetten