Uitspraak in het Plat: /lɛːvənsɾɛdɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Le·vens·red·der
Pluralis: Le­vens­red­ders m de Le­vens­red­der
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Leven + Redder