zelfstandig naamwoord
Afbreking: Red·der
Pluralis: Red­ders m de Red­der
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: redden + -er
Identieke woorden ››› Redder ❔︎