Uitspraak in het Plat: /vɛːkn̩ma͡ɐkt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: We·ken·markt
Pluralis: We­ken­märkt m de We­ken­markt
Pluralis: We­ken­markten m de We­ken­markt
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Week + Markt