Uitspraak in het Plat: /dansbɔː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Dans·boor
Pluralis: Dans­bo­ren m de Dans­boor
[1]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: dansen + Boor