Uitspraak in het Plat: /plʊm̩jɔː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Plum·men·johr
Pluralis: Plum­men­joh­ren n dat Plum­men­johr Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Plum­men­joh­re n dat Plum­men­johr
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dit Johr hebbt wi en goot Plummenjohr.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Plumm + Johr