zelfstandig naamwoord
Afbreking: Drie·ver
Pluralis: Drie­vers m de Drie­ver
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Person, de dat Veh drifft, wenn dat ümhöödt warrt
Duits:
[3]
geavanceerde woordenschat
negatief level text negative. Lijst van woorden als deze
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: drieven + -er