zelfstandig naamwoord
Afbreking: Tel·ler
Pluralis: Tel­lers m de Tel­ler
Pluralis: Tel­lers n dat Tel­ler
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Identieke woorden ››› Teller ❔︎