bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: wa·cker
wackerer wackerst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
pretty Meer tonen
Duits:
schön Meer tonen
Voorbeelden:
Se is en wackere Deern.
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
brave Meer tonen
Duits:
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
apt Meer tonen
Duits:
tüchtig Meer tonen
Voorbeelden:
He is en wackeren Arbeider.