Uitspraak in het Plat: /vɛɪ̯lɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: weh·lig
wehliger wehligst
[1]
geavanceerde woordenschat
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
geil, von goden Wuss
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Rogg wasst so wehlig.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wehl + -ig