zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bod·den
Pluralis: Bod­dens m de Bod­den
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[4]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
Kröger! Maak en nee Fatt op! In dat hier is al de Bodden to sehn!