Uitspraak in het Plat: /lɛbɐvʊst/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Leb·ber·wust
Pluralis: Leb­ber­wüst f de Leb­ber­wust
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Lebber + Wust