Uitspraak in het Plat: /viːnaxt͡sbɔu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wieh·nachts·boom
Pluralis: Wieh­nachts­bööm m de Wieh­nachts­boom Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Pommersch, Pruisisch
Pluralis: Wieh­nachts­bo­men m de Wieh­nachts­boom
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wiehnacht + Boom