Uitspraak in het Plat: /pliː͡ɐɔˑu̯ç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Plier·oog
Pluralis: Plier­o­gen n dat Plier­oog
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
[2]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: pliern + Oog