zelfstandig naamwoord
Afbreking: Dann·ap·pel
Pluralis: Dann­äp­pel m de Dann­ap­pel West-groep, Märkisch
Pluralis: Dann­ap­pels m de Dann­ap­pel Oostfaals
Pluralis: Dann­ap­peln m de Dann­ap­pel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Dann + Appel