Uitspraak in het Plat: /adɾɛsbɔu̯k/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: A·dress·book
Pluralis: A­dress­bö­ker n dat A­dress­book West-groep, Noord-Nedersaksisch, Westfaals, Märkisch, Pruisisch
Pluralis: A­dress­bo­ken n dat A­dress­book
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik heff mien Adressbook verloren.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Adress + Book