Uitspraak in het Plat: /taxn̩tɪç/
telwoord
Afbreking: ta·chen·tig
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
80
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Buur hett tachentig Köh in’n Stall.

Etymologie:

Woord afgeleid van: -tig