Uitspraak in het Plat: /dɔːˑçbɔu̯k/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Daag·book
Pluralis: Daag­bö­ker n dat Daag­book West-groep, Noord-Nedersaksisch, Westfaals, Märkisch, Pruisisch
Pluralis: Daag­bo­ken n dat Daag­book
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Deern hett en Daagbook schreven.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Dag + Book