Uitspraak in het Plat: /kantɪç/ 🔊︎
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: kan·tig
kantiger kantigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dat is en kantig Peerd.
[3]
perifere woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
Nu stell di nich so kantig an un help uns.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kant + -ig