Uitspraak in het Plat: /pɔtzuːzn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pott·su·sen
Pluralis: Pott­su­sen n dat Pott­su­sen
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Pott + susen