Uitspraak in het Plat: /bɔtɐbɾɔu̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bot·ter·broot
Pluralis: Bot­ter­brööd n dat Bot­ter­broot
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik heff mi en Botterbroot mit na School nahmen.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Botter + Broot