Uitspraak in het Plat: /kɾankn̩ʃiːn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kran·ken·schien
Pluralis: Kran­ken­schiens m de Kran­ken­schien
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: krank + Schien